Dinosaurussen vochten met elkaar op leven en dood net als dieren nu.

Vleesetende Dinosaurussen vielen andere aan om op te eten

planteneters verdedigden zich tegen vleeseters, en soms tegen rivalen van hun eigen soort

Hun enorme omvang was de voornaamste verdediging van de grootste Dinosaurussen

zo als Diplodocus en andere Sauropoden.

Sauropoden gebruikten misschien ook hun lange staart om zich te verdedigen.

Sporen op de staartbotten van Diplodocus laten zien dat de staart grote spiegen had en heen

en weer gezwaaid kon worden om vijanden af te weren.

Als een Sauropoden op zijn achterpoten ging staan,

kon hij wellicht ook de klauwen van zijn voorpoten als wapens tegen aanvallers gebruiken.

Tyrannosaurussen

vielen aan door zich plotseling op hun prooi

te storten en dezen met een nekbeet

te doden.

De DromaeoSaurussen

hadden een exstra grote klauw

aan beide achterpoten waarmee ze in het vlees

van hun prooi konden snijden.